- PERSBERICHT
ECB doet verslag over vooruitgang landen op weg naar invoering euro
26 juni 2024
- Tweejaarlijks verslag over vorderingen bij invoering euro in Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, Tsjechië en Zweden
- Inflatie boven referentiewaarde gezien als belangrijk economisch obstakel in onderzochte Midden- en Oost-Europese landen
- Wetgeving in vijf van zes onderzochte landen voldoet niet volledig aan wettelijke vereisten voor invoering euro
- Economische bedrijvigheid trekt in 2024 naar verwachting aan, maar vooruitzichten overschaduwd door geopolitieke onzekerheid
De niet tot het eurogebied behorende lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben sinds 2022 beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van economische convergentie met het eurogebied, volgens het convergentieverslag van de Europese Centrale Bank (ECB) van 2024. Dit komt vooral door de uitdagende economische omstandigheden.
De afgelopen twee jaar zijn de onderzochte landen getroffen door de gevolgen van de Russische inval in Oekraïne. Die hebben geleid tot een aanzienlijke verzwakking van de economische bedrijvigheid en een sterk stijgende inflatie. Landen die historisch gezien een grotere energieafhankelijkheid hebben van, en sterkere handelsbetrekkingen kennen met Rusland werden het zwaarst getroffen. De economische bedrijvigheid zal naar verwachting in alle onderzochte landen aantrekken, maar de geopolitieke spanningen en risico’s vertroebelen de economische vooruitzichten.
Wat het criterium prijsstabiliteit betreft, lieten vijf van de onderzochte landen – Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië en Tsjechië – een gemiddelde inflatie optekenen die ruim boven de referentiewaarde van 3,3% lag, terwijl de inflatie in Zweden iets boven de referentiewaarde uitkwam (Grafiek 1). De referentiewaarde is gebaseerd op de drie best presterende lidstaten van de afgelopen twaalf maanden, te weten Denemarken (1,1%), België (1,9%) en Nederland (2,5%). Bij de gemiddelde inflatie van deze landen over de afgelopen twaalf maanden werd 1½ procentpunt opgeteld. Eén uitschieter, Finland, werd bij deze berekening buiten beschouwing gelaten.
Grafiek 1
HICP-inflatie
Grafiek 2
Overschot (+) of tekort (-) van de overheid
In vier van de landen die in dit verslag aan bod komen, is het begrotingstekort in 2023 ten opzichte van 2021 verbeterd vanwege het economisch herstel na de pandemie en de uitfasering van budgettaire steunmaatregelen. Maar deze verbetering werd deels geremd door de economische gevolgen van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, waaronder een zwakkere economische bedrijvigheid, en budgettaire beleidsmaatregelen als reactie op de hoge energieprijzen. In 2023 overschreden Hongarije, Polen, Roemenië en Tsjechië de referentiewaarde voor het tekort van 3% bbp (Grafiek 2). De overheidsschuld in verhouding tot het bbp lag in 2023 in alle onderzochte landen behalve Hongarije onder de referentiewaarde van 60%. In 2024 en 2025 zal het begrotingssaldo in Hongarije, Polen en Roemenië naar verwachting de referentiewaarde nog steeds overschrijden.
Roemenië blijft onderworpen aan een buitensporigtekortprocedure, die in 2020 werd ingesteld. Op 19 juni 2024 stelde de Europese Commissie vast dat Roemenië geen effectieve maatregelen had genomen om het buitensporige tekort te beëindigen. De Europese Commissie heeft onlangs ook geconcludeerd dat Hongarije en Polen niet aan het overheidstekortcriterium van het stabiliteits- en groeipact voldeden. De Europese Commissie zal de EU-Raad aanbevelen voor deze landen buitensporigtekortprocedures te starten.
Wat het wisselkoerscriterium betreft, neemt alleen de Bulgaarse lev deel aan het wisselkoersmechanisme (ERM II). Bulgarije is met zijn bestaande currency board in juli 2020 lid geworden van het ERM II, als een eenzijdige verbintenis. Die overeenkomst tot deelname aan het ERM II was gebaseerd op een aantal beleidstoezeggingen van de Bulgaarse autoriteiten. Bulgarije werkt momenteel aan voltooiing van deze beleidstoezeggingen, onder meer door zijn kader voor de bestrijding van het witwassen van geld te versterken.
Wat de convergentie van de lange rente betreft, lieten drie van de zes onderzochte landen (Hongarije, Polen en Roemenië) een lange rente optekenen boven de referentiewaarde van 4,8%.
De sterkte van het publieke en economische bestel is een belangrijke factor in de duurzaamheid van de convergentie in de loop van de tijd. Met uitzondering van Zweden wijzen de door internationale organisaties gepubliceerde indicatoren erop dat de kwaliteit van de instellingen en het bestuur in de onderzochte landen zwakker blijft dan elders in de EU.
Wat betreft de verenigbaarheid van de nationale wetgeving met de Verdragen en de statuten van het ESCB en van de ECB, voldoen vijf van de zes onderzochte landen niet volledig aan de vereisten voor de invoering van de euro. Met betrekking tot de wetgeving in Bulgarije wordt in het verslag geconcludeerd dat de nationale wetgeving van het land in overeenstemming is met het Verdrag en de statuten, met inachtneming van de in de desbetreffende landenbeoordeling gestelde voorwaarden en interpretaties.
De media kunnen met hun vragen terecht bij Eszter Miltényi-Torstensson, tel. +49 171 769 5305.
Toelichting
- Het convergentieverslag van de Europese Commissie
- In het convergentieverslag van de ECB wordt de economische en juridische convergentie van de EU-lidstaten buiten het eurogebied met een derogatie onderzocht. Dat gebeurt elke twee jaar of op verzoek van een bepaald land. Niet alleen de mate van duurzame economische convergentie met het eurogebied wordt onderzocht, maar ook of de nationale wetgeving verenigbaar is met het juridisch kader van de EU en of voldaan is aan de wettelijke vereisten voor de desbetreffende nationale centrale bank (NCB). Gelet op de vrijstellingsbepaling (opt-out) voor Denemarken, wordt het land niet opgenomen in de beoordeling, tenzij het daarom verzoekt.
- De afsluitingsdatum voor de statistieken in dit convergentieverslag was 19 juni 2024. De referentieperiode voor de criteria prijsstabiliteit en lange rente loopt van juni 2023 tot en met mei 2024. Voor de wisselkoersen is die referentieperiode maandag 20 juni 2022 tot en met 19 juni 2024. De historische gegevens over de begrotingssituatie hebben betrekking op de periode tot en met 2023. Voorspellingen zijn gebaseerd op de economische voorjaarsprognose 2024 van de Europese Commissie en de recentste convergentieprogramma’s van de betrokken landen, evenals op andere informatie die relevant is voor een toekomstgerichte beschouwing van de duurzaamheid van de convergentie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media